Middenpolderweg in Streefkerk

agrarisch grondgebruik

hennepteelt

Het hennep werd geteeld voor de fabricage van touw en zeildoek ten behoeve van de zeilvaart. Deze hennepteelt werd op bemeste grond vlak achter de boerderij gedaan. Bij de productie van hennep werden de stelen uiteengerafeld en gedroogd. Dit gebeurde in aparte braakhutten die vanwege het brandgevaar een stuk bij de boerderij vandaan werden gebouwd. Met de komst van stoommachines verdween de hennepteelt, zeilen waren niet langer meer nodig en de kabels van touw werden vervangen door staalkabels.

griendteelt
Griendteelt in Hardinxveld-Giessendam

Een andere activiteit was de griendteelt. Dit gebeurde op natte gronden welke niet geschikt waren voor de teelt van andere producten. Het 1-jarige wilgenhout kwam uit de snijgrienden en werd gebruikt als snijteen voor de mandenmaker. Het 3-4 jarige wilgenhout kwam uit hakgrienden. Dit hout werd gebruikt voor manden en hoepels (Ameide en Hardinxveld), voor boerengeriefhout (zoals stelen en hekken) en voor zinkstukken (Sliedrecht). De zinkstukken bestaan uit gevlochten matten die werden gebruikt bij de versterking van dijken en andere waterwerken. De stortstenen voor de zinkstukken kwamen uit Papendrecht.  De hoepels werden ook geëxporteerd naar landen met een visverwerkende industrie zoals Engeland en Denemarken. De griendteelt is na de komst van kunststof sterk afgenomen. Maar ook nu nog vindt er op beperkte schaal griendteelt plaats.

Op het terrein van museum de Koperen Knop in Hardinxveld-Giessendam staat een huisje met daarin een hoepelmakerij. Hier wordt het oude ambacht van hoepelmaker gedemonstreerd.

visserij
Zalmschouwen op rivier de Merwede

In de 11e eeuw werd op de rivieren al gevist naar steur en zalm. In de binnendijks gelegen veenwateren werd op paling gevist. Door de ligging van Woudrichem hadden de vissers daar het voorrecht om in de rivieren Maas, Waal en Merwede zalm te vangen. Papendrecht had zijn eigen zalmvisserij, een historische beschrijving is te vinden in Papendrecht en zijn rivierenvisserij. De oudste manier om zalm te vangen was met een steek, een houten schutting van wilgenhout die in de rivier werd gezet en waar een fuik aan was vastgemaakt. Ook werd er met netten en zalmschouwen gevist.

vogelvangst

De vogelvangst voorzag ook in de broodwinning. In dieper landinwaarts gelegen gronden werden op plaatsen met kwelwater en weinig vruchtbare grond eendenkooien aangelegd. Het kwelwater zorgde voor verversing van de bron en bevroor ook minder snel hetgeen de eenden lokte die uit het noorden hier kwamen overwinteren. Een eendenkooi was omgeven met een rand van lage begroeiing (hakhout) en had meestal vier vangarmen.  Op het hoogtepunt waren er wel 150-200 eendenkooien in de Alblasserwaard. Nu zijn er nog maar enkele van over. Door boomgroei zijn de eendenkooien nu geheel aan het zicht onttrokken, maar daarmee van een afstand wel goed herkenbaar in het polderlandschap.

Lees verder over veeteelt.

Vergelijkbare berichten